Cattedrale dei Santi Pietro e Donato

Santa Maria della Pieve

Basilica di San Francesco

Chiesa di San Domenico


Baptistery of Santa Maria del Fiore

Bargello Museum

Churches, cathedrals, basilicas and monasteries
of Florence

Galleria dell'Accademia

Loggia dei Lanzi

Loggia del Bigallo (Museo del Bigallo)

Chiesa di Ognissanti

Palazzi in Florence

Palazzo Davanzati

Palazzo Medici Riccardi

Palazzo Pitti

Palazzo Rucellai

Palazzo Strozzi

Palazzo Vecchio

Piazze in Firenze

Ponte Vecchio

San Lorenzo

San Marco

San Miniato al Monte

Santa Croce

Santa Maria del Carmine

Santa Maria del Fiore (Duomo)

The Baptistery of San Giovanni

Santa Maria Maddalena dei Pazzi

Santa Maria Novella

Basilica di Santa Trinita

Santissima Annunziata

Uffizi Gallery

Vasari Corridor


Lucca

San Michele in Foro

Basilica San Frediano


Camposanto Monumentale

San Paolo a Ripa d'Arno

San Pietro a Grado



Church of St.Giovanni Fuoricivitas

Ospedale del Ceppo

Church of Sant' Andrea


Chiesa Collegiata (Duomo)

Chiesa di Sant'Agostino



Duomo

Fountains in Siena

Palazzo Pubblico

Ospedale Santa Maria della Scala

 





 

             
 
I T         E N G

Firenze | Duomo, de Doopkapel of Battistero San Giovanni


Travel guide for Tuscany
       
   


c


   
   

Het Baptisterium San Giovanni (Italiaans: Battistero San Giovanni) is de vrijstaande doopkapel tegenover de Dom van Florence. Het kerkgebouw heeft de kerkelijke status van basiliek. Het baptisterium is een van de oudste gebouwen van de stad en is gebouwd tussen 1059 en 1128 in Florentijnse romaanse stijl. De doopkapel is gewijd aan Johannes de Doper, tevens de beschermheilige van Firenze.
Het baptiserium is bekend om de schitterende mozaïeken en de drie artistiek belangwekkende bronzen portalen.

   
   


Geschiedenis van het Baptisterium San Giovanni


 
Mosaic ceiling



Geschiedenis


   

In de 15e eeuw dachten de Florentijnen dat hun Baptisterium ooit een Romeinse tempel gewijd aan de god Mars was geweest. De kroniekschrijver Giovanni Villani lag aan de oorsprong van deze legende. De kerk is gebouwd op de resten van een eerdere christelijke kapel en werd op 6 november 1059 door Paus Nicolaas II geconsacreerd. De bouwmeesters zijn niet bekend maar hun meetkundige oefening stond model voor de gevels van alle grote Florentijnse kerken. De groen- en witmarmeren façade, met haar klassiek patroon van bogen en rechthoeken, werd er waarschijnlijk rond de 11e eeuw aan toegevoegd. In 1128 was het kerkgebouw voltooid.
Ieder jaar op 21 maart, Nieuwjaar volgens de oude Florentijnse kalender, werden alle kinderen die gedurende de vorige 12 maanden waren geboren, voor een gemeenschappelijk doopsel bijeengebracht. Het Baptisterium was hierdoor niet enkel een religieus monument maar ook een burgerlijk symbool, in feite het oudste symbool van de Florentijnse Republiek.
Tussen de veertiende en de zestiende eeuw werden de drie bronzen portalen toegevoegd. Dit geeft aan dat de doopkapel een status had die, in die tijd, vrijwel gelijk was met die van de kathedraal.

Interieur

Het interieur roept vergelijkingen op met dat van het Pantheon in Rome. Op het plafond van de achthoekige koepel schitteren mozaïeken uit de 13e en 14e eeuw met duidelijk Byzantijnse invloed. De versiering is opgedeeld in concentrische stroken: boven de apsis, die door een 8,5 m hoge Christusfiguur wordt beheerst, bevindt zich een afbeelding van Het Laatste Oordeel , de overige banden stellen De Hemelse Hiërarchie, de Genesis, Het Leven van Jozef, Het Leven van Christus en Het Leven van Johannes de Doper voor. De vroegste mozaïeken bevinden zich boven het altaar en in het gewelf. Ze dateren uit de eerste decennia van de 13e eeuw en zijn van de hand van Iacopa, een monnik.
De ingelegde marmeren vloer is met tekens uit de dierenriem versierd; de blanke achthoekige ruimte in het midden werd vroeger door een immense doopvont ingenomen. De wit en groene binnenmuren, meer nog dan de buitengevel, combineerden invloeden uit de oudheid met moderne stromingen en vormden aldus iets nieuws dat voor de architecten uit de Middeleeuwen en de Renaissance zowel een inspiratiebron als een na te streven doel was. De mooiste tekeningen bevinden zich in de bovengalerijen.

Het interieur is beslist niet overladen: behalve een 13e-eeuwse doopvont, in de stijl van Pisa, is er het praalgraf van de tegenpaus Johannes XXIII van de hand van Donatello en diens leerling Michelozzi. Waarom deze tegenpaus, die in 1415 door het Concilie van Konstanz werd afgezet, zo'n grafmonument kreeg, is vrij eenvoudig te verklaren. Het was aan hem te danken dat een de Medici bankier van de Curia werd waardoor hij aan de basis lag van het immense fortuin van deze familie. Hij liet bovendien een belangrijk legaat na dat de verdere uitbouw van het Baptisterium toeliet.

De bronzen deuren

Andera Pisano en Lorenzo Ghiberti

 


Santa Maria del Fiore, een vroege afbeelding in de Codex Rustici, Firenze, 1447, bewaard in het Archepiscopal Seminary

 

The Villani Chronicle, How the city of Florence was destroyed by Totila, the scourge of God, king of the Goths and Vandals, ms. Chigiano L VIII 296 della Biblioteca Vaticana, f.36r (1.III,1)

Het was Michelangelo die een van de deuren van de Doopkapel de bijnaam Porta del Paradis, oftewel Paradijsdeur gaf.
Het battistero heeft drie poorten.
De oudste poort, de zuidelijk, werd gemaakt in de periode van 1330-136 door Andera Pisano. Op deze deur lezen we twintig reliëfs uit het leven van Johannes de Doper, de patroonheilige van Firenze.
Het noordelijke portaal werd ontworpen door Lorenzo Ghiberti. In de bovenste twintig vakken op de deur zijn afbeeldingen uit het leven van Jezus, op de onderste staan afbeeldingen van de evangelisten en de kerkvaders te zien.
Tussen 1425 en 1450 maakte Ghibereti ook de oostelijke poort, tegenover de kathedraal. Op de twee deuren zijn tien taferelen aangebracht, waarop scenes uit het oude testament afgebeeld zijn. De originele panelen kunt u in het Museo dell'Opera del Duomo bewonderen.
Tussen de reliëfs staan portretkoppen, waarvan er één een zelfportret is van Ghiberti.


De drie bronzen deuren van het Baptisterium


 

Lorenzo GhibertiZelfportret van Lorenzo Ghiberti, op de "Gates of Paradise," veguld brons, 1425-52.

In het begin van de veertiende eeuw als Florence aan zijn tijdperk van politieke en economische macht begint, ontstaat het idee om de houten deuren van het Baptisterium te vervangen door exemplaren die meer aan de toegenomen status van Florence voldoen. De grote rivaal Pisa had al sinds de twaalfde eeuw een bronzen deur . Het werd dus hoog tijd dat het machtige Florence zijn eigen deuren kreeg.

Andrea Pisano maakte de eerste van de drie bronzen deuren voor het Baptisterium.
Er zijn geen documenten bekend waarom de keuze om de deuren uit te voeren is gevallen op Andrea Pisano (1290-1348). We weten van Pisano dat hij in Pisa is geboren en dat hij eind jaren 20 van de 14e eeuw werkzaam was in Florence.

De iconografie van de eerste deuren is die van Johannes de Doper, waar het Baptisterium aan gewijd is. Johannes de Doper was niet alleen de schutspatroon van de stad Florence in het algemeen, maar ook van de Calimala in het bijzonder. De linker deurvleugel verkondigt de loopbaan en het openbare leven van Johannes, terwijl op de rechter deurvleugel de Passie van Johannes is verbeeld. Dit betekent dat de deurvleugels apart leesbaar zijn. Een mogelijke reden zou kunnen zijn dat dit portaal dagelijks open stond. In ieder geval wordt op deze wijze zowel de rol van Johannes de Doper als profeet en zijn rol als martelaar benadrukt.

De in totaal twintig scènes van zijn leven en zijn passie moet men van boven naar beneden en van links naar rechts lezen . Onder de scènes van Johannes staan de vier kardinale deugden en de drie christelijke hoofddeugden afgebeeld. Om de symmetrie niet uit het ontwerp te halen heeft Pisano een extra deugd afgebeeld: nederigheid. Deze deugd komt niet voor in de traditionele lijst van kardinale en christelijke deugden. (a)

De veertiende-eeuwse kroniekschrijver, Simone della Tosa, beschreef in 1336 de inwijding van deze deur als volgt:

‘Heel Florence liep te hoop om de bronzen deur te zien welke Andrea Pisano vervaardigd had voor de Doopkapel en die in de middelste toegang geplaatst werd [later overgebracht naar de zuidzijde]. De Signoria, die gewoonlijk nooit het palazzo verliet, behalve op de belangrijkste feestdagen, kwam om haar te zien oprichten, samen met de ambassadeurs van de beide Kronen van Napels en van Sicilië, en ze schonk aan Andrea als beloning voor zijn inspanningen het burgerschap van Florence [later mocht Andrea Pisano nog aan de Campanile werken].’

 

De zuidelijke deur is het oudste en is ontworpen door Andrea Pisano tussen 1290 - 1348. Een oorspronkelijke houten deur werd tussen 1330 en 1336 vervangen in opdracht van het koopliedengilde door deze zuidelijke bronzen deur. Op de bovenste twintig reliëfs staan episodes uit het leven van Johannes de Doper. De acht andere reliëfs beelden deugden uit zoals rechtvaardigheid, geloof, hoop en liefde, opgenomen in een gotische vierpas.




De toegepaste techniek, zoals Vasari die beschrijft, is de bombarda techniek, het gieten in zachte legering. Elk paneel werd afzonderlijk vervaardigd, afgewerkt met drijfwerk en gedeeltelijk verguld. De beide deurvleugels hebben in totaal 28 panelen in een vierpasvorm, verfraaid met een bloemversiering die om elk paneel loopt en met 48 kopjes met profeten (waaronder een zelfportret van Ghiberti. In tegenstelling met de deuren van Pisano kunnen we deuren niet afzonderlijk lezen. Ghiberti heeft het leven en de passie van Christus op een dusdanige wijze afgebeeld dat men links onderaan begint met lezen en rechtsboven eindigt. Dit impliceert dat beide deuren gesloten moeten zijn om het volledige verhaal te kunnen lezen. De onderste twee rijen zijn echter gereserveerd voor de kerkvaders en de evangelisten. Zo zien we op de onderste rij afgebeeld de kerkvaders Augustinus, Hieronymus, Gregorius de Grote en Ambrosius. Op de een-na-onderste rij zien wij de vier evangelisten: Johannes, Mattheus, Lucas en Marcus.

De wedstrijd

In 1401 werd een wedstrijd aangekondigd door de Arte di Calimala (de wol- en zijdegilde) om deuren die uiteindelijk aan de noordkant van de doopkapel geplaatst zou worden te ontwerpen. De finalisten waren onder andere Lorenzo Ghiberti, Filippo Brunelleschi, Donatello en Jacopo della Quercia.[1] De prijsvraag voor een ontwerp was waarschijnlijk de eerste in zijn soort in de geschiedenis. De inzendingen worden vaak gezien als markering van een nieuw tijdperk in de kunst.

Brunelleschi wordt door Hartt geroemd om zijn onderzoek naar de natuur. Hij “heeft het menselijk lichaam geanalyseerd met een voor die tijd ongekend begrip van natuurlijke details” . Die zelfde Hartt stelt dat Ghiberti in zijn figuur van Isaac “het eerste echte Renaissance naakt” heeft gecreëerd”, in een stijl waarin “classicisme en naturalisme zijn samengevoegd”. Er wordt dan ook gesteld dat Ghiberti´s Isaac het eerste correcte naakt is sinds de klassieke oudheid.
Uiteindelijk bleven enkel Ghiberti en Brunelleschi over en kregen de opdracht een paneel met het Het offer van Isaac te maken.

In 1402 werd Lorenzo Ghiberti uitgeroepen tot winnaar van de wedstrijd en op 23 november 1403 kreeg Ghiberti officieel de opdracht. Elk jaar moesten er aldus het contract drie panelen worden geleverd tegen betaling van tweehonderd florijnen. Het heeft Ghiberti 21 jaar gekost deze deuren voltooien. Op Pasen 1424 werd de deur aan de oostzijde tegenover de kathedraal geplaatst. Intussen was het plan van het gilde gewijzigd. Niet de noordelijke deuren zouden worden vervangen maar de oostelijke deuren. De thematiek van de voorstellingen wijzigde hierdoor van het Oude naar het Nieuwe Testament. De deuren van Andrea Pisano verhuisden naar de zuidzijde. In 1452 zijn de eerste deuren van Ghiberti verplaatst naar de noordzijde: ze moesten plaats maken voor de mooiste van de drie deuren, de ‘Paradijsdeur’, ook van Ghiberti.

De originele ontwerpen van Het offer van Isaac door Ghiberti en Brunelleschi worden tentoongesteld in het museum van het Bargello.




 
De noordelijke deur bestaat uit 28 panelen gemaakt door Lorenzo Ghiberti. De bovenste twintig reliëfs zijn verhalen uit het Nieuwe Testament. De overige acht hebben afbeeldingen van vier evangelisten en vier kerkvaders.
    In de tweede helft van de 19de eeuw zijn de twee panelen weer bij elkaar gebracht in het Bargello.
Ghiberti, Sacrifice of Isaac, 1401-3  

Brunelleschi, Sacrifice of Isaac, 1401-3

 

   


Oostelijke deur, de Porta del Paradiso


   

De huidige oostelijke portaal is de bekendste deur. Het is een kopie uit 1990 van het originele afgietsel door Lorenzo Ghiberti uit 1425. De 11 cm dikke deur uit brons en goud weegt 8 ton. Door Michelangelo uitgeroepen tot de Porta del Paradiso (Paradijspoort). Het oorspronkelijke werk, waarvoor het Calimala Gilde opdracht had gegeven, bestond uit 24 panelen die gebaseerd waren op een iconenpatroon, ontwikkeld door de humanist Leonardo Bruni. Ghiberti wilde zich echter bewijzen als zelfstandig kunstenaar en bracht de compositie terug tot tien grote panelen met gebeurtenissen uit het Oude Testament die niet waren vastgelegd in een Gotisch kader. Hij gebruikte de nieuwe methoden voor het weergeven van perspectief, gebaseerd op de techniek van Donatello (perspectief in verkorting zien). De tien Bijbelse taferelen bekijkt men van links naar rechts en van boven naar onder. De rand van beide kaders is versierd met elk 24 nissen die kleine afbeeldingen bevatten van de profeten, profetessen en andere Bijbelse figuren. Hiertussen bevinden zich 24 'ogen' met hoofden. Deze hoofden zijn afbeeldingen van andere kunstenaars uit die tijd en helpers van Ghiberti.

In 1943 tijdens WOII werden de deuren uit veiligheidsoverwegingen verwijderd en in 1990 vervangen door kopieën. Vanwege de langdurige blootstelling aan weer en wind en de verwoesting door de watervloed van de Arno in 1966 die zes panelen van de deur afrukte (later werden ze weer op hun plaats geschroefd), werden de originele panelen verwijderd en gerepareerd. Later werden beide monumentale vleugeldeuren, met de steunen nog steeds in hun oorspronkelijke frame, naar het Museum dell'Opificio Pietre Dure gebracht.[a]
Boven de deuren twee marmeren beelden van Jezus en van Johannes de Doper, gemaakt door Andrea Sansovino in 1502. De twee hoofdfiguren werden voltooid door Vincenzo Danti en aangebracht in 1569. De Engel werd voltooid door Innocenzo Spinazzi in 1792. De groep werd gerestaureerd in 1991 en vervangen door afgietsels. Het geheel werd in 2012, na 27 jaar restauratie ondergebracht op de overdekte binnenplaats van het Museo dell'Opera di Santa Maria del Fiore.





 

East doors, or Gates of Paradise, by Lorenzo Ghibertiadise, by Lorenzo Ghiberti

Het oostportaal bevat tien panelen. Van boven naar beneden en van links naar rechts:

1 De zondeval
2 Kaïn doodt zijn broer Abel (de afbeelding hierboven)
3 Noachs dronkenschap
4 Abraham en het offer van Isaäk
5 Esau en Jacob
6 Jozef verkocht als slaaf
7 Mozes ontvangt de stenen tafelen
8 De val van Jericho
9 Strijd tegen de Filistijnen
10 Salomo en de koningin van Scheba.

Panelen


 



Lorenzo Ghiberti, Story of Abel and Cain (original panel of the eastern Door of Eden, baptistery of Florence), 1425-1437.
Gilded bronze, 79.5 x 79.5 cm, Museo dell’Opera del Duomo, Florence.


 

Enige tijd later stelde God Abraham op de proef. “Abraham” zei hij. “Ja, ik luister” antwoordde Abraham. “Ga naar het land Moira om op een berg die ik je zal wijzen je zoon te offeren, je enige zoon, de jongen van wie je zoveel houdt, Isaac!”. Vroeg in de morgen stond Abraham op, hakte hout voor het offer, zadelde zijn ezel en ging met zijn zoon Isaac op weg naar de plaats die God hem genoemd had. Ook nam hij twee knechten mee. Op de derde dag zag Abraham de plaats in de verte liggen. Hij zei tegen zijn knechten: “Blijf hier met de ezel. Ik ga met de jongen naar de berg daar om te bidden. Daarna komen we terug.” Abraham liet zijn zoon Isaac het hout voor het offer dragen. Zelf nam hij het vuur en het mes. Zo liepen ze samen verder. Onderweg zei Isaac: “Vader!”. “Ja, wat is er mijn zoon?” antwoordde Abraham. “We hebben nu wel vuur en hout, maar waar is het lam voor het offer?”. “God zelf zal zorgen zoor een lam, mijn zoon.” antwoordde Abraham. En samen liepen ze verder. Toen ze bij de plaats kwamen die God had aangewezen had, bouwde Abraham een altaar, schikte het hout, bond Isaac vast en legde hem op het altaar, boven op het hout. Maar toen hij het mes pakte om zijn zoon te doden, riep een engel van de Heer uit de hemel: “Abraham, Abraham”. “Ja, ik luister” antwoordde Abraham. “Raak de jongen niet aan” zei de engel. “Doe hem niets! Nu weet ik dat je ontzag hebt voor God, omdat je zelfs bereid was mij je eigen zoon te offeren.” Toen Abraham om zich heen keek, zag hij een ram die met zijn horen vast zat in de struiken. Hij liep erheen, greep het dier en offerde het in plaats van zijn zoon. (Genesis 22:1-19)

 


Noordelijke en zuidelijke deur

 

 

 

Interieur


   
 



Mosaic ceiling


 
De binnenkant van de koepel is volledig bedekt met byzantijnse mozaïeken uit de 13e-14e eeuw. Ze geven het Laatste Oordel en scenes uit het boek an Genesis weer.  

Plan of the mosaic ceiling : 1. Last Judgment. 2. Lantern. 3. Choirs of Angels. 4. Stories from the Book of Genesis. 5. Stories of Joseph. 6. Stories of Mary and Christ. 7. Stories of St. John the Baptist.
     
     
     
     
     
 
   

Florence, view on and the Baptistry


[0]
[1] In zijn I commentari beschrijft Lorenzo Ghiberti beschrijft de uitslag van de competitie als volgt: ‘Mijn mededingers waren: Filippo di Ser Brunellesco, Symone da Colle, Nicholò d’Areco, Jacopo della Quercia da Siena, Francesco di Valdombrina en Nicholò Lamberti. Met zijn zessen zouden we voornoemde proeve [offer van Izaäk] afleggen, waarmee we zouden aantonen dat we het grootste deel van de beeldhouwkunst beheersten. Alle deskundigen en allen die met mij samen de proeve hadden afgelegd kenden mij de overwinningspalm toe. Met algemene stemmen, zonder één uitzondering, werd mij de glorie verleend. Allen waren van mening dat ik de anderen was voorbijgestreefd, zonder één uitzondering en na zeer rijp beraad en onderzoek van bekwame mannen. De kerkvoogden van voornoemd bestuur wilden hun oordeel eigenhandig opschrijven –het waren zeer bekwame mannen, waaronder schilders en goud-, zilver- en marmerwerkers. De beoordelaars waren er vierendertig in getal, uit de stad en uit de omliggende gebieden: allen onderschreven de victorie te mijnen faveure, consuls en kerkvoogden en het gehele koopmansgilde dat de tempel van Johannes de Doper [Baptisterium] bestuurt. Er werd bepaald dat ik de toestemming kreeg om voornoemde bronzen deur voor voornoemde tempel te maken. En dat deed ik, met grote ijver.’ [René van Stipriaan, ‘De jacht op het meesterwerk Ooggetuigen van twintig eeuwen kunstgeschiedenis’, Athenaeum-Polak&van Gennep, Amsterdam 2010 blz. 45-46].
[2] Dante Alighieri (1265-1321)
[3] Baptistry of Florence
[4] Villani, I.42.
[5] "Eight-Point Star (Star of Redemption) - cited 2011-05-21". Religionfacts.com.
[6] See Laurie Schneider Adams, Italian Renaissance Art, (Boulder, Colorado: Westview Press, 2001), 60. Actually, at the time of the 1401 competition the Florence baptistry needed two portals to be decorated. The aim of the 1401-02 competition was to begin work on this project. See also Monica Bowen, "Ghiberti's North Doors," from Alberti's Window, July 24, 2010
[7] The Premier Artists of the Italian Low Renaissance
[8] Antonio Paolucci (1996), "The Origins of Renaissance Art: The Baptistery Doors, Florence" 176 pages; Publisher: George Braziller; ISBN 080761413
[9] Julian Bell (2007). Mirror of the World: A New History of Art (1st paperback ed.). Thames & Hudson. p. 161. ISBN 978-0-500-28754-5. "It is noticeable nonetheless that the casting of one column has been mistakenly overlaid over a flagellator's arm, as it were trapping his hand."
[10] Carol Vogel, "One of Florence’s Renaissance Prizes to Go on U.S. Tour," New York Times, October 16, 2006. This article includes more detailed information concerning the restoration process, and discoveries concerning the creation of the panels in Ghiberti's workshop.
[11] "Brunelleschi & Ghiberti, The Sacrifice of Isaac"Smarthistory at Khan Academy. Retrieved January 6, 2013.

 


Giacomo Brogi (1822-1881) - "Florence. Giotto bell-tower". Ca. Before 1865




[a] Een hevige overstroming, vandalisme, overijverige polijsten en bijtende luchtverontreiniging: sinds hun installatie in 1452, hebben de deuren een verscheidenheid van bijna bijbelse rampen doorstaan??. Toen de deuren uiteindelijk werden verwijderd voor de restauratie van de gevel van de 11de-eeuwse achthoekige doopkapel in 1990, zagen ze er saai en smerig uit. Maar het ergste schade is bijna onzichtbaar optreden. Diagnostische studies toonden aan dat de schommelingen in de luchtvochtigheid onstabiele oxides veroorzaakten op het brons onder de vergulde laag.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden ze verwijderd en verborgen in bewaring en, na de vloed van 1966, die schade aan de onderste panelen veroorzaakt, werden ze verwijderd en vervangen door kopieën.


De overstroming van 1966

Firenze is in zijn geschiedenis diverse malen getroffen door extreme overstromingen van de rivier de Arno. De laatste grote overstroming vond plaats op vrijdagochtend 4 november 1966. Delen van de stad werden bedolven onder een soms wel metershoge stroom water en modder. Vijfendertig mensen verloren daarbij het leven en duizenden boeken en kunstwerken werden onherstelbaar beschadigd. De vrijwilligers die vanuit de hele wereld kwamen helpen om de kunstschatten te redden, werden de Angeli del fango of Mud Angels ("Engelen van de modder") genoemd.

De overstroming van 1966 was de ergste ramp die Firenze ooit getroffen heeft. Nooit stond het water hoger; op verschillende plekken in de stad zijn plaquettes aangebracht die aanwijzen hoe hoog het water stond. Rond Santa Croce en de Duomo stond het water metershoog. De Santa Croce heeft daardoor behoorlijk wat schade opgelopen en het duurde enkele decennia om de beelden en muren te restaureren. Het beroemde kruisbeeld van Cimabue liep onherstelbare schade op.

Door de sterke stroming werden enkele panelen van de Paradijspoorten van de Doopkapel losgerukt en later kilometers ver teruggevonden. Een groot aantal raakte zwaar beschadigd.
Op veel plekken in Firenze wordt deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis van de stad nog herdacht. Zo zie je in de Santa Croce foto’s van het plein voor de kerk, dat door de modderstroom bijna onherkenbaar is. Ook zie je door de hele stad plaquettes waarop wordt vermeld hoe hoog het water heeft gestaan. De markeringen voor de overstromingen van 1557 en 1966, die boven onze hoofden te zien zijn aan de noordzijde van het plein (net om de hoek van de Via Verdi) zijn verbluffend.




Wirtz, Rolf C. (2005). Kunst & Architectur, Florenz. Tandem verlag. ISBN.

Jepson, Tim. The National Geographic Traveler. Florence & Tuscany. National Geographic Society. ISBN.

Montrésor, Carlo (2000). The Opera del Duomo Museum in Florence. Mandragora.

Clark, Kenneth; David Finn. The Florence Baptistry Doors.

Radke, Gary. The Gates of Paradise: Lorenzo Ghiberti's Renaissance Masterpiece (High Museum of Art Series).


 

De doopkapel en de Loggia del Bigallo (Photographer Bazzechi)


Van over de hele wereld kwamen vrijwilligers naar Florence om oude manuscripten te redden

This page uses material from the Wikipedia article Florence Baptistery, published under the GNU Free Documentation License.
Meer mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Battistero di San Giovanni op Wikimedia Commons.

 


Located 350m above sea level and next to the ancient woods of Monte Amiata, Podere Santa Pia dominates the valley of the river Ombrone and the Maremma hills, with its famous olive trees and Montecucco vineyards. The panorama is extraordinary, silent, including the intense green of the fields at springtime, the golden yellow in summer and the brown in autumn interrupted by the evergreen of the mediterranian woods.
Tuscany is one of the most popular tourist destinations in the world. Known for its enchanting landscapes, its fantastic and genuine food and beautiful towns as Florence, Pisa, Lucca and Siena. The holiday farmhouse Poder eSanta Pia is located in Tuscany, halfway between Siena and Pitigliano, an area that is appreciated all over the world for its climate and the beauty of the hilly landscape, that enables visitors to spend a unique and relaxing holiday in the Italian countryside. The hills are clothed in Mediterranean bush and mixed woodland, teaming with rare flowers, butterflies and game; wonderful for long exploratory walks.


Podere Santa Pia, with a stunning view over the Maremma and Monte Christo